Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Vervoerregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Bestuursakkoord
Op 11 oktober 2022 presenteerde de VRA het nieuwe bestuursakkoord met de ambities voor de komende vier jaar. De VRA staat voor grote maatschappelijke uitdagingen als het gaat om klimaat, woningbouw, verkeersveiligheid en digitale veiligheid. Om de regio aantrekkelijk te houden wordt ingezet op een duurzaam bereikbare regio. De ambities van het bestuursakkoord worden verder uitgewerkt in een nieuw ‘geactualiseerd’ beleidskader dat in oktober 2023 wordt vastgesteld. Het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit is de uitwerking van de ambities uit het Bestuursakkoord en het Beleidskader Mobiliteit van de Vervoerregio Amsterdam. In de het bestuursakkoord wordt ingezet op een manier van reizen die bijdraagt aan een prettige, toegankelijke en veilige leefomgeving. Er wordt overgegaan van openbaar vervoer naar publieke mobiliteit. Zo kan iedereen de reis van deur tot deur maken. Met de fiets nog nadrukkelijker als uitgangspunt. Maar ook ontwikkelingen als deelmobiliteit (MaaS), nieuwe betaalwijzen en hubs (veel voorzieningen in de nabijheid) maken daar onderdeel van uit. Maar ook de infrastructuur moet worden aangepast om in te spelen op steeds extremer wordend weer.
Nieuw beleidskader
Belangrijke ontwikkelingen bij de VRA zijn bijvoorbeeld de actualisatie van het beleidskader. Het Beleidskader Mobiliteit is het centrale, strategische beleidsdocument van de Vervoerregio waarin de doelen en ambities staan en richting geeft aan al de activiteiten en investeringen. Het geactualiseerde beleidskader wordt [onder voorbehoud] op 31 oktober vastgesteld in de Regioraad. Om ook in de toekomst goed de samenwerking te kunnen vormgeven en blijvend financiële steun te ontvangen is het van belang dat het beleidskader goed aansluit op de Zaanse ambities. Hiervoor zijn er in het afgelopen jaar meerdere contactmomenten geweest waar gemeenten konden meedenken over de inhoud van het beleidskader.
De raad is gevraagd om een zienswijze af te geven op het beleidskader en dit kan tot 2 augustus. De zienswijze is inmiddels aangeboden aan de raad en wordt in de raadsvergadering van 20 juli besproken.
Ontwerpbegroting 2024 en Uitvoeringsprogramma mobiliteit
Andere onderwerpen waar besluitvorming over plaatsvind gaan over het UPM (uitvoeringsprogramma mobiliteit) van de VRA waarin de gehele programmering staat opgenomen. Dit zijn alle projecten die voortvloeien uit het beleidskader om de ambities van de VRA (in samenwerking met gemeenten) te verwezenlijken. Verder staat de ontwerpbegroting 2024 op de agenda. Voor zowel het UPM als voor de ontwerpbegroting is gevraagd aan de raad een zienswijze af te geven. Beide worden medio september behandeld.
Risicoprofiel
Financiële positie
Jaarrekening 2022
In 2022 werd er € 110,6 miljoen minder lasten en € 14,3 miljoen minder baten gerealiseerd dan begroot. Dit resulteert in een totale onderbesteding van € 96,3 miljoen. Van de onderbesteding in de lasten is € 99,5 miljoen ‘beklemd’, d.w.z. bestemd voor bijdragen aan projecten die reeds in contracten, overeenkomsten of beschikkingen zijn vastgelegd. Dit betreft projecten die in 2022 wel waren begroot, maar nog niet zijn gerealiseerd en waarvoor de financiële bijdrage nog niet geheel of gedeeltelijk is betaald. In de begroting 2022 werd rekening gehouden met € 32,4 miljoen die uit het beschikbare saldo BDU onttrokken moest worden. Door de onderbesteding kan € 63,9 miljoen worden toegevoegd aan dit saldo. Begin 2022 was het beschikbare BDU-saldo € 187,1 miljoen, dit stijgt nu naar € 250,9 miljoen. Er zijn verder geen op- of aanmerkingen. De jaarverslagen en de jaarrekeningen vallen binnen de redelijke bandbreedte van wat je mag verwachten.
De raad heeft in juni 2023 een positieve zienswijze op de jaarstukken 2022 afgegeven.
Begroting 2024-2027
De ontwerpbegroting 2024-2027 schetst de verschillende mobiliteitsmaatregelen resulterend in de conceptbegroting om deze te bekostigen. De begroting is het resultaat van enkele belangrijke ontwikkelingen en afspraken die in de afgelopen jaren zijn gemaakt. Deze zijn samengevat in de Kaderbrief 2024 waar de raadsleden mee ingestemd hebben op 9 mei. Er werden toen geen financiële onregelmatigheden opgemerkt noch verplichtingen aan de gemeenten gesteld.
De ontwerpbegroting biedt niet veel vrije ruimte, maar schetst wel de ontwikkelingen van de afgelopen jaren in een sluitende en realistische begroting. Daarmee vormt de ontwerpbegroting 2024 - inclusief de doorwerking voor de latere jaren - een sobere maar stevige basis.
Inhoudelijk zijn de geplande projecten gebaseerd op de strategische opgaven die voortkomen uit het vigerende en nieuwe concept beleidskader. Deze worden verder aangevuld door de bestuurlijke speerpunten (werken aan verkeersveiligheid, duurzaamheid, schaalsprong OV projecten, concessies en OV, etc.) Vanuit de gemeente steunen we de visie en keuzes die de VRA maakt. Bovendien sluit het mooi aan op de koers die we inzetten met het vastgestelde Zaans mobiliteitsplan en de speerpunten die benoemd zijn in het coalitieakkoord.
De komende jaren zal er meer geld gaan naar de grote schaalsprongprojecten in het OV (Zuidasdok, sluiten van de metroring en het doortrekken van de Noord-Zuidlijn). In 2024 start eveneens de nieuwe concessie van EBS in Zaanstreek-Waterland met in totaal 30% meer kilometers in gereden lijnen en een geheel nieuwe elektrische vloot. Veel lopende projecten in Zaanstad zoals AVANT, Guisweg en de HOV ZaanIJ worden gecontinueerd.
Op grond van artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), is gevraagd uiterlijk 15 september een zienswijze te sturen. In overleg met de VRA is later aanleveren (begin oktober) ook mogelijk. De oorspronkelijke datum van 15 september was met het oog op het zomerreces niet haalbaar. De exacte datum voor behandeling van de zienswijze in een Zaans beraad is nog niet bekend.
Risico's en beheersmaatregelen
- AMRI: Beheer en onderhoud Onderdeel van de nieuwe governance-afspraken tussen de gemeente Amsterdam, GVB en de Vervoerregio was het afsluiten van een overeenkomst voor het assetmanagement railinfrastructuur (AMRI). Die overeenkomst geldt sinds 1 januari 2022 tussen de opdrachtgever Vervoerregio en opdrachtnemer GVB. Beide partijen moeten vertrouwd raken met hun nieuwe rol en de organisaties en processen daarop inregelen. Het in 2022 beschikbare budget voor het beheer en onderhoud door GVB blijkt voor een groot deel (ongeveer 40%) niet te zijn benut. Dit kan een signaal zijn dat de transitie naar de nieuwe werkwijze minder voortgang heeft dan gepland. Maar het kan ook zijn dat er sprake is van het ontstaan van achterstallig onderhoud. Om dit risico te mitigeren is de Vervoerregio samen met GVB bezig om het assetmanagement structureel en effectief in te bedden in beide organisaties.
- Zuidasdok is een van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project zorgt voor een betere bereikbaarheid van de Amsterdamse Zuidas en van het noordelijke deel van de Randstad. Zuidasdok vervult een spilfunctie in de ambities van de Vervoerregio. Stagnatie van het project raakt ook andere ambities, zoals aanpassingen op station Amsterdam CS. Om de voortgang van het project gaande te houden, is er continu overleg met Amsterdam en het Rijk.
- Woningbouw: Nederland kent een grote woningbouwopgave. De nadruk bij de plannen ligt op het realiseren van zoveel mogelijk woningen. Maar als er onvoldoende rekening mee wordt gehouden dat ook de mobiliteit een belangrijke plaats moet krijgen, bestaat het risico dat de bereikbaarheid van de nieuwe wijken minder groot is dan wenselijk. Als er onvoldoende ruimte wordt ingepland voor OV, kan het zijn dat de nieuwe bewoners vooral aangewezen zijn op autogebruik. Terwijl we dat juist proberen te ontmoedigen. De Vervoerregio heeft een actieve inbreng in allerlei voorbereidende gremia rondom de woningbouwopgaven. De organisatie brengt consequent het belang van mobiliteit bij de woningbouwopgaven voor het voetlicht.
- Prijsindexatie Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU):In allerlei regio’s heerst onrust, zoals de Oekraïne-oorlog duidelijk maakt. Dit heeft een prijsopdrijvend effect. De Vervoerregio is afhankelijk van de BDU van het Rijk. Wanneer de BDU, die jaarlijks wordt geïndexeerd, minder stijgt dan de inflatie, daalt de reële koopkracht van de Vervoerregio. De Vervoerregio houdt de relatie tussen de beschikbare budgetruimte en de prijsontwikkelingen scherp in de gaten. Wanneer de ruimte slinkt, wordt de lange termijn prioritering van de uit te voeren projecten gewijzigd. Dit is om de beschikbare middelen in evenwicht te brengen met de verwachte uitgaven.
- OV-tarieven Een van de taken van de Vervoerregio is het jaarlijks vaststellen van de OV-tarieven. In 2010 zijn landelijk basisafspraken gemaakt voor de OV-tarieven en het landelijk tarievenkader. In 2012 kwam er een tarievenverordening waarin staat welke ruimte de vervoerders hebben en hoe het tarief moet worden bepaald. Sinds 2019 heeft de regioraad een adviserende rol in rol in het vaststellingsproces. Als de Vervoerregio de tarieven minder wil verhogen dan landelijk afgesproken, is de reiziger beter af. Maar de Vervoerregio moet dan voortaan structureel het verschil aan de vervoerders aanvullen. In de bestuurlijke beleidsafwegingen rondom de tarieven en subsidies binnen de Concessies kan de Vervoerregio een mix van incidentele en structurele maatregelen inzetten. Daarbij worden de belangen van alle stakeholders in het OV zo optimaal mogelijk behartigd. En het moet passen binnen de begrotingskaders van de Vervoerregio.
middel - Publiekrechtelijk
Centraal Nautisch Beheer
(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Onclin.
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied en het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer.
Ontwikkelingen
Voor 2024 zijn de volgende speerpunten benoemd:
- Visie Havenmeester 2030: in de visie zijn de ambities tot 2030 beschreven. Deze ambities worden verder uitgewerkt in de hieronder genoemde speerpunten / werkprogramma’s.
- Bereikbare haven: dit werkprogramma richt zich op een veilige, vlotte, duurzame en toekomstbestendige bereikbaarheid van de zeehavens in het Noordzeekanaalgebied.
- Datagedreven havenmeester: datagedreven processen helpen bij het hebben van een actuele informatiepositie van de haven, om voorspellingen te kunnen doen en om beoordelingen zoveel mogelijk geautomatiseerd te laten verlopen.
- Veilige haven: is een randvoorwaarde voor alle activiteiten in de haven.
- Schone Scheepvaart: het reduceren van emissies in de scheepvaart op basis van het emissiemodel geformuleerde ambities.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
Jaarrekening 2022
- Resultaat 2022: € 900 positief.
- Voorstel bestemming resultaat: komt ten gunste van Havenbedrijf Amsterdam NV
- Zienswijze: akkoord met voorstel, omdat Havenbedrijf Amsterdam risicodragend voor CNB Noordzeekanaalgebied is.
Begroting 2024
- De begroting gaat uit van een uitgave aan publieke taken van € 28,7 mln.
- Financiële impact: Er is geen financiële impact, omdat Havenbedrijf Amsterdam risicodragend voor CNB is. Zaanstad draagt € 11 aan de GR bij.
- Herijking begroting 2023: niet van toepassing.
- Zienswijze: akkoord met de concept-begroting.
Zaanstad betaalt jaarlijks een bedrag van € 11 als bijdrage voor het uitvoeren van veiligheidsinspecties bij zeeschepen. Voor het overige garandeert het Havenbedrijf Amsterdam de financiële exploitatie van de GR Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico 1: Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen.
De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen.
Beheersmaatregelen vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control.
Risico 2: Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM).
Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen:
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
middel
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.
(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:6 oktober 2005Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V. (BKZ) is tweeledig:
- Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad
- Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behoudenBestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
Door de gestegen rente, de hoge energiekosten en de onzekerheid over de oorlog in Oekraïne is het sentiment op de woningmarkt het afgelopen jaar snel omgeslagen. Kopers zijn terughoudend geworden. Ook bij BKZ is een trendbreuk te zien in de afname van tranches en afkoop erfpacht. In 2023 is er sprake van een zeer sterke daling. Verwachting is dat in 2024 er geen sprake zal zijn van een verdere daling in in aantal en waarde van deze afnames. Deze daling kan leiden tot een negatief resultaat, dat opgevangen kan worden door de reserves. Omdat minder woningen worden verkocht, blijven de canon opbrengsten hoger dan verwacht.
Daarnaast wordt door de onzekere situatie op de woningmarkt en de nog niet dalende bouwkosten de planning van projecten waar nieuwe BKZ Starterswoningen in opgenomen staan naar achter bijgesteld en worden geplande BKZ Starters koopwoningen helaas omgezet in midden huur. Hierdoor blijft de BKZ Starterswoningportefeuille voorlopig beperkt tot de in 2023 gerealiseerde 10 woningen. In 2024 wordt start verkoop verwacht van ca 30 woningen en in de periode 2025-2028 ca 160 woningen. In de periode 2023-2031 richten de gemeente en BKZ zich op het Herstel van maximaal 200 bestaande woningen middels een VHF DFZ regeling. Vanaf 2025 zal de portefeuille daarom weer een grotere omvang hebben.
In 2024 wordt besluitvorming verwacht voor een project met ca 30 BKZ Starterswoningen. Dit betreft een directe financiering dan wel een gemeentelijke garantstelling voor de investering in gronden en woningen. Deze gronden en woningen dienen als waarde onderpand voor de financiering.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen.
Financiële positie
Jaarrekening 2022
- De jaarrekening 2022 is nog niet afgerond
- Een positief resultaat wordt toegevoegd aan de Overige en Herwaarderingsreserves, omdat de onderliggende verplichtingen nog lange tijd doorlopen.
- Het vaststellen van de jaarrekening 2022 vindt plaats in de Ava in november 2023.
Begroting 2024
Er worden geen gevraagde bijdragen voor BKZ verwacht, anders dan financiering of garantstelling voor de investering in woningen en gronden.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het trancherisico op de opstal bestaat nog wel. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom.
- Risico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd.
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep.
Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- Periodieke rapportages naar verantwoordelijke wethouders (3x) en college en raad (1x). Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.;
- 1 á 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ; de samenwerkingsrelatie is goed;
- Operationalisering van het nieuwe model (BKZ Starterswoning) waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden. Verwachting is dat de komende 5 jaar er ca 200 woningen in dit model kunnen worden gerealiseerd. BKZ investeert in de grond en de woning. Voorfinanciering eerste project vindt plaats uit eigen middelen, daarna zal financiering plaatsvinden via gemeente of Bank Nederlandse Gemeenten.
- Operationalisering van het herijkte Duurzaam geld gereserveerd voor renovatie en sloop-nieuwbouw in de periode 2022-2031 van maximaal 200 woningen. Voor investering in de grond en de woning is een lening afgesloten tussen gemeente en BKZ van € 30 miljoen.
- Gekeken wordt hoe het pallet van BKZ instrumenten de komende tijd weer kan worden ingezet voor het stimuleren van de woningbouw en de mogelijkheden die de Woningbouwimpuls subsidie biedt.
hoog